Dit twee verdiepingen tellende familiehuis met zijn verweven ruimtes en volumes kenmerkt zich door een lineaire organisatie van zijn programmatische functies en gebieden. De voorkant van de ruimte is gewijd aan het dineren, het midden aan koken en voedselbereiding en de achterkant – die in verbinding staat met de kleine, omheinde tuin buiten – aan ontspanning. Elk gebied heeft zijn eigen gedefinieerde materialiteit. Zo beweegt de vloer van Welshe leisteen naar Europese eiken planken naar Noordzeeschelpen en stenen in de buitentuin.
This two-storey family house with its interwoven spaces and volumes features a linear organisation of its programmatic functions and areas. The front of the space is devoted to dining, the middle to cooking and food preparation, and the back – which is connected to the small, enclosed garden outside – to relaxation. Each area has its own defined materiality. The floor for example moves from Welsh slate to European oak boards to North Sea shells and stones in the outside garden.